Jeugdprojecten 
Met je neus in de boter vallen

Waar komt de melk in de supermarkt vandaan? Hoe maakt de koe de melk? Zo maar wat vragen die aan de orde komen in het project ‘Met je kont in de boter vallen’, over de melkveehouderij vroeger en nu. In samenwerking met Doe-Boerderij De Steenuil werd dit project ontwikkeld voor de bovenbouw van de basisscholen uit Oirschot, Best en Son en Breugel.

De leerlingen brengen met hun klas een bezoek aan het museum en aan de doe-boerderij. Ze voeren daarbij opdrachten uit waarbij de zintuigen centraal staan. Door te voelen, te proeven en te ruiken, een koe te melken en te voeren, en een kalfje te borstelen, ervaren de leerlingen wat een koe allemaal meemaakt. Het project spreekt de kinderen aan en sluit goed aan bij hun leefwereld. Kinderen leren niet alleen hoe melk en boter gemaakt worden, maar maken ook spelenderwijs kennis met het museum.

Kosten: € 4,-- per leerling. 
Op stap met Jet en Jan, jong in 1910

Op stap met Jet en Jan, jong in 1910 geeft leerlingen uit groep 5 van de basisschool een beeld van het dagelijks leven rond 1910. Het verhaal rond Jet en Jan vormt de rode draad in dit project. In de voorbereidingslessen op school maken de kinderen kennis met hun leeftijdsgenootjes uit 1910. 

Maar de geschiedenis van de eigen omgeving wordt pas echt tastbaar tijdens het bezoek aan Museum De Vier Quartieren. Hoogtepunt van het bezoek is het activiteitencircuit. Op het programma staan onder andere schrijven met een griffel, koffie malen, sokken stoppen, sop kloppen en de was doen. In de verwerkingslessen op school horen de kinderen het tweede deel van het verhaal. 

Het voor-leesverhaal heeft een vaste structuur, maar wordt steeds aangepast aan de lokale geschiedenis. Jet en Jan woonden dus in de woonplaats van de leerlingen!

Kosten: € 2,50 per leerling. 
Museumschatjes

Museumschatjes is een jaarlijks terugkerend onderwijsproject voor leerlingen van groep 5 t/m 8 van het basisonderwijs.

De leerlingen worden op een spannende manier in aanraking gebracht met museaal erfgoed in de eigen omgeving. 

Voor het bezoek aan het museum worden de leerlingen eerst aan het denken gezet over de vraag wat een voorwerp eigenlijk waardevol maakt. Na deze inleidende les volgt het museumbezoek. De leerlingen gaan zelf op zoek naar de waarde van museumschatten. Terug in de klas volgen diverse verwerkingsopdrachten.

De voorbereiding in de klas duurt 40 minuten, het museumbezoek 60-90 minuten en de verwerking 30-90 minuten. 

Deelname aan Museumschatjes is kosteloos. Voor meer informatie zie : www.erfgoedbrabant.nl/museumschatjes
Levend Verleden

Vier studenten van het Bestse Heerbeeckcollege kregen als stage-opdracht: ‘Maak een eigentijds project met onderwerpen uit ons museum, die passen binnen het geschiedenisonderwijs van HAVO-2 en VMBO-3.’ 

Hierdoor wordt voor deze leerlingen de waardering voor ons cultureel erfgoed vergroot. De titel van het project is ‘Levend Verleden’. Met moderne QR-codes krijgen de leerlingen een aangepast programma dat aansluit bij de moderne communicatiemiddelen, die voor hen gemeengoed zijn!